In Noord en Zuid Holland geef je elkaar een zoen. In West Vlaanderen een Papieper, en in Fryslan een tût. Men gebruikt dus verschillende woorden voor het zelfde. Maar ook kan de uitspraak waar een woord verschillend zijn. Zo zeggen zei in Noord-Holland booter (sounds more posh) in Zeeland -buuter- (sounds like a farmer) en in Utrecht boter, maar iedereen doet het op zijn brood. Deze verschillen hebben te maken met dialecten. Soms bestaan er verschillende woorden voor hetzelfde ding, en soms spreekt men hetzelfde woord op verschillende manieren uit. Een dialect is een taal die alleen in een bepaald gebied wordt gesproken. Soms zijn er grote verschillen met de taal die bijvoorbeeld op de televisie en de radio gesproken wordt. Die taal wordt de standaard taal genoemd. Nederland is een klein land, maar er bestaan wel heel veel verschillende dialecten. Iemand uit Groningen begrijpt bijvoorbeeld bijna niets van het dialect wat in Limburg gesproken wordt. De afstand tussen Groningen en Limburg is slechts driehonderd kilometer. Dus is het belangrijk dat iedereen ook de standaardtaal kan spreken en begrijpen. Vrijwel iedereen in Nederland kan dat. Veel mensen hebben een negatief oordeel over dialecten. Mensen die "gestudeerd hebben" (he reads as if he citates it) mensen met hoge functies, en rijke mensen spreken vooral de standaardtaal. Daarom geeft de standaardtaal prestige. Veel mensen vinden dialecten onbeschaafd. Het was tot ongeveer 1970 het ideaal dat kinderen alleen de standaardtaal leerden, dialecten mochten in het onderwijs helemaal niet gebruikt worden. De ideeën over dialecten zijn nu een beetje veranderd. Veel mensen zien nu dat dialecten niet minder waard zijn. Dialecten en de standaardtaal hebben gewoon verschillende functies. Bij alle officiële zaken is het handig om de standaardtaal te gebruiken. Als je een gesprek met een dokter voert of een brief aan iemand stuurt gebruik je de standaardtaal. Maar thuis om met goede vrienden is het vaak prettiger om dialect te spreken. Dialecten hebben vooral een sociale functie. Mensen die hetzelfde dialect spreken hebben het gevoel dat ze bij elkaar horen. Uit onderzoek blijkt dat vooral kinderen en oudere mensen dialect spreken. Mensen tussen dertig en vijftig jaar spreken meer de standaard taal, op die leeftijd zijn veel mensen bezig met werk en carriere maken en daar gebruiken ze meestal de standaard voor. Kinderen vinden het prettig om dialect te spreken. Zij kunnen het beter spreken dan de standaardtaal en vaak vinden zij het stoer. In het onderwijs zijn dialecten niet meer zo streng verboden als vroeger. Sommige leerkrachten geven zelfs een paar uur in de week in dialect les.
A note from a Frisian. Frisian is not a dialect but the official 2nd language, but it is only spoken in Fryslan. We even have Frisian exams and every child has to have at least on hour of Frisian in school a week. Everywhere you go should should be able to speak Frisian, but as for many they conform to the odd, when people talk Dutch at the counter you talk Dutch to them too. But you have the right to speak Frisian.