Hoe leer ik een nieuwe taal.
Ik vind het zinloos om losse woorden te leren, los van hun context. Op die manier kan ik ze me toch niet herinneren, en dus ook niet gebruiken op het moment dat ik met anderen praat. Vandaar dat ik liever mijn waardevolle tijd gebruik om volledige zinnen te leren; korte zinnen, middellange zinnen, of lange zinnen.
In het begin van mijn taalstudie gebruik ik één, twee of drie studieboeken. Ik maak de lessen uit het ene boek, daarna uit het andere. In elk boek voor beginners wordt een andere woordenschat aangereikt en terzelfdertijd herhalen bepaalde zaken zich.
Ik analiseer elke zin, observeer waar elk woord staat en daarna maak ik mijn eigen woordelijke compositie, vergelijkbaar met het origineel. Wel met enkele kleine veranderingen die ik aanbreng!
Ik zeg de nieuwe zinnen lhardop, en ik schrijf ze ook op. Zo breid ik mijn woordenschat uit. Daarna schrijf ik korte tekstjes over thema’s die me aan het hart liggen of die over mezelf gaan.
Als ik bij het schrijven van een tekst een woord niet ken, zoek ik het op in zijn context. Dus niet het losse woord, maar in een zin gegoten. Dat vind ik bijvoorbeeld op de website van Reverso of Tatoeba.org .