Psst...

Do you want to get language learning tips and resources every week or two? Join our mailing list to receive new ways to improve your language learning in your inbox!

Join the list

Dutch Audio Request

Owain78
275 Words / 3 Recordings / 5 Comments
Note to recorder:

Corrigeer alstublieft eventuele fouten. Ik wil graag de formele en informele versies van 'u' te gebruiken.
Langzaam alstublieft! Bedankt!

Spreken.
Leren.
Wilt u?
Wil je?
Wilt u spreken?
Wil je spreken?
Wilt u leren?
Wil je leren?
Ik wil.
Ik wil spreken.
Niet.
Niet te.
Ik wil niet te spreken.
Ik wil leren.
Niet om te.
Niet om te spreken.
Niet om to Leren.
Ik wil niet om te leren.
Ik moet.
Ik moet spreken.
Ik moet leren.
Nederlands.
Engels.
Wilt u Nederlands spreken?
Wil je Nederlands spreken?
Wilt u Nederlands leren?
Wilt u Nederlands leren?
Te spreken.
Ik wil Nederlands te spreken.
Ik wil Engels spreken.
Ik wil niet om Engels te spreken.
Ik wil geen Nederlands spreken.
Ik wil Nederlands leren.
Ik wil niet om Engels te leren.
Ik moet Nederlands spreken.
Ik moet Nederlands leren.
Je moet.
U moet.
U moet spreken.
Je moet spreken.
Je moet leren.
U moet leren.
U moet Nederlands spreken.
Je moet Nederlands spreken.
U moet Nederlands leren.
Je moet Nederlands leren.
Ik wil graag.
Ik zou graag willen.
Ik wil graag spreken.
Nederlands te spreken.
Ik wil graag Nederlands te spreken.
Ik wil Nederlands leren.
Vandaag.
Ik wil vandaag spreken.
Ik wil vandaag Nederlands te spreken.
Ik wil vandaag spreken.
Ik wil vandaag Nederlands te spreken.
Ik kan.
Ik kan spreken.
Ik kan Nederlands spreken.
Ik kan geen Nederlands spreken.
Ik kan spreken Nederlands vandaag.
Ik kan geen Nederlands spreken vandaag.
Met jou.
Me je.
Ik kan met u spreken.
Jij kan.
Je kan spreken.
Met mij.
Je kunt met me spreken.
U kunt met me spreken.
Je kunt Nederlands met mij spreken.
U kunt Nederlands met mij spreken.
Ik moet met u spreken.
Ik moet met je spreken.
Ik moet met je Nederlands leren.

Recordings

  • Ik wil Nederlands spreken ( recorded by Ms_Bleys ), Flemish

    Download Unlock
    Corrected Text
    more↓

    Spreken.
    Leren.
    Wilt u?
    Wil je?
    Wilt u spreken?
    Wil je spreken?
    Wilt u leren?
    Wil je leren?
    Ik wil.
    Ik wil spreken.
    Niet.
    Niet te.
    Ik wil niet spreken.
    Ik wil leren.
    Niet om te.
    Niet om te spreken.
    Niet om te leren.
    Ik wil niet
    leren.
    Ik moet.
    Ik moet spreken.
    Ik moet leren.
    Nederlands.
    Engels.
    Wilt u Nederlands spreken?
    Wil je Nederlands spreken?
    Wilt u Nederlands leren?
    Wilt u Nederlands leren?
    Spreken.
    Ik wil Nederlands te spreken.
    Ik wil Engels spreken.
    Ik wil niet Engels spreken.
    Ik wil geen Nederlands spreken.
    Ik wil Nederlands leren.
    Ik wil niet
    Engels leren.
    Ik moet Nederlands spreken.
    Ik moet Nederlands leren.
    Je moet.
    U moet.
    U moet spreken.
    Je moet spreken.
    Je moet leren.
    U moet leren.
    U moet Nederlands spreken.
    Je moet Nederlands spreken.
    U moet Nederlands leren.
    Je moet Nederlands leren.
    Ik wil graag.
    Ik zou graag willen.
    Ik wil graag spreken.
    Nederlands te spreken.
    Ik wil graag Nederlands te spreken.
    Ik wil Nederlands leren.
    Vandaag.
    Ik wil vandaag spreken.
    Ik wil vandaag Nederlands spreken.
    Ik wil vandaag spreken.
    Ik wil vandaag Nederlands spreken.
    Ik kan.
    Ik kan spreken.
    Ik kan Nederlands spreken.
    Ik kan geen Nederlands spreken.
    Ik kan Nederlands spreken
    vandaag.
    Ik kan geen Nederlands spreken vandaag.
    Met jou.
    Ik kan met u spreken.
    Jij kan.
    Je kan spreken.
    Met mij.
    Je k
    unt met me spreken.
    U kunt met me
    spreken.
    Je kunt Nederlands met mij spreken.
    U kunt Nederlands m
    et mij spreken.
    Ik moet met
    u spreken.
    Ik moet met
    je spreken.
    Ik moet Nederlands met
    je leren.

  • Ik wil Nederlands spreken ( recorded by hurdsean ), westen van Nederland, standaard Nederlands

    Download Unlock
    Corrected Text
    more↓

    Spreken.
    Leren.
    Wilt u?
    Wil je?
    Wilt u spreken?
    Wil je spreken?
    Wilt u leren?
    Wil je leren?
    Ik wil.
    Ik wil spreken.
    Niet.
    Niet te.
    Ik wil niet spreken.
    Ik wil leren.
    Niet om te.
    Niet om te spreken.
    Niet om te
    Leren.
    Ik moet.
    Ik moet spreken.
    Ik moet leren.
    Nederlands.
    Engels.
    Wilt u Nederlands spreken?
    Wil je Nederlands spreken?
    Wilt u Nederlands leren?
    Wilt u Nederlands leren?
    Te spreken.
    Ik wil Nederlands spreken.
    Ik wil Engels spreken.
    Ik wil geen Nederlands spreken.
    Ik wil Nederlands
    leren.
    Ik moet Nederlands spreken.
    Ik moet Nederlands leren.
    Je moet.
    U moet.
    U moet spreken.
    Je moet spreken.
    Je moet leren.
    U moet leren.
    U moet Nederlands spreken.
    Je moet Nederlands spreken.
    U moet Nederlands leren.
    Je moet Nederlands leren.
    Ik wil graag.
    Ik zou graag willen.
    Ik wil graag spreken.
    Nederlands spreken.
    Ik wil graag Nederlands
    spreken.
    Ik wil Nederlands leren.
    Vandaag.
    Ik wil vandaag spreken.
    Ik wil vandaag Nederlands spreken.
    Ik wil vandaag spreken.
    Ik wil vandaag Nederlands spreken.
    Ik kan.
    Ik kan praten.
    Ik kan Nederlands spreken.
    Ik kan Nederlands met hem spreken.
    Ik kan Nederlands met hem praten.
    Ik kan geen Nederlands spreken.
    Ik kan
    vandaag Nederlands spreken.
    Ik ka
    n vandaag geen Nederlands spreken.
    Met jou.
    Met je.
    Ik kan met u spreken.
    Jij kan.
    Jij kunt.
    J
    e kan spreken.
    Met mij.
    Je kunt met me spreken.
    U kunt met me spreken.
    Je kunt Nederlands met me spreken.
    U kunt Nederlands met m
    ij spreken.
    Ik moet met u spreken.
    Ik moet met
    je spreken.
    Ik moet Nederlands
    met je leren.

  • Ik wil Nederlands spreken ( recorded by nnorwin ), Standard Dutch, Slight Limburgian

    Download Unlock
    Corrected Text
    more↓

    Ik leer Nederlands.
    Ik wil leren.
    Ik wil Nederlands leren.
    Ik wil graag Nederlands leren.
    Ik spreek nog geen Nederlands.
    Ik spreek nog niet zo goed Nederlands.
    Ik spreek nog niet zo goed Nederlands, maar ik wil de taal graag leren.
    Ik spreek een beetje Nederlands
    .
    Wilt u Nederlands met mij spreken?
    Wil je Nederlands met mij spreken?
    Want ik wil de taal graag leren.
    U k
    unt Nederlands met mij spreken.
    Je k
    unt Nederlands met mij spreken.
    Ik wil geen
    Engels spreken.

Comments

hurdsean
May 5, 2016

Probably too fast. I'm not very good at slowing down (also, done this one just before going to work). But please let me know if you want more stuff or another attempt, I'd be happy to try again.

Quite a few corrections, these I deleted:

Ik wil niet om te leren.
Ik wil niet om Engels te leren.
Ik wil niet om Engels te spreken.

I'm not sure what you wanted to express in those three sentences.

Alternative for vandaag (which sounded a bit odd):

Ik kan momenteel geen Nederlands. = Ik kan momenteel geen Nederlands spreken/praten. (Currently I can't talk/speak Dutch.)

hurdsean
May 5, 2016

FYI, simple audio requests never seem to reach me. I haven't logged in a while, I don't remember of a DM in RhinoSpike reaches me either. You can reach me directly if you follow the link from my profile to my homepage, which shows my email address.

Owain78
May 5, 2016

Hey, thanks a lot for this it was great, really nice of you to record this for me. It wasn't too fast actually, it was generally clear and a balanced speed throughout. Thanks a lot for this :)
Just a question on the language though:
1) With vandaag I wanted to say "today" as in "I want to speak Dutch today". So would it be better to say momentaal, "now" or "at the moment" instead then?

Dank u wel :)

nnorwin
Sept. 6, 2016

Hi Owain, your text is unfortunately not correct Dutch, and I don't know what you mean with certain sentences. For example: "Ik kan geen Nederlands spreken vandaag". This sentence is grammatically correct, but it makes no sense. It means you can't speak Dutch today. This is strange to say. Maybe you would like to say: "Ik spreek nog geen Nederlands" (I don't speak Dutch yet).

I give you a few expressions to help you on your way:

Ik leer Nederlands.
Ik wil leren.
Ik wil Nederlands leren.
Ik wil graag Nederlands leren.
Ik spreek nog geen Nederlands.
Ik spreek nog niet zo goed Nederlands.
Ik spreek nog niet zo goed Nederlands, maar ik wil de taal graag leren.
Ik spreek een beetje Nederlands.
Wilt u Nederlands met mij spreken?
Wil je Nederlands met mij spreken?
Want ik wil de taal graag leren.
U kunt Nederlands met mij spreken.
Je kunt Nederlands met mij spreken.
Ik wil geen Engels spreken.

Owain78
March 14, 2017

Hey nnorwin,

Dank u wel for your advice and also the phrases. What you said is very useful, what I meant with the phrase "Ik kan geen Nederlands spreken vandaag" was that for the speaker maybe he/she is not able to speak Dutch on that particular day, maybe because they are in a country where they speak another language or maybe they are doing some kind of a course which means they can't speak it on that particular day.

Thanks also for the phrases:
Ik spreek nog niet zo goed Nederlands.
Ik spreek nog niet zo goed Nederlands, maar ik wil de taal graag leren.
They are really useful.

Dutch is a lovely language and I'm very grateful for this website that offers me a chance to hear how you guys speak it. I'll be trying to speak some myself later this year when I visit Maastricht!

Cheers,

O.

Overview

You can use our built-in RhinoRecorder to record from within your browser, or you may also use the form to upload an audio file for this Audio Request.

Don't have audio recording software? We recommend Audacity. It's free and easy to use.